Verslag van WEMAL-studiedag 2013

 

Tijdens de WEMAL-studiedag op 15 maart 2013 was er voor de pauze volop aandacht voor het platenboek dat in de maak is. Vier auteurs gaven een korte presentatie over het onderwerp van hun hoofdstuk.

Karine van ’t Land – Niet zomaar een boer en een edelman

De kernafbeelding van Karines hoofdstuk is een houtsnede met een ploegende boer en een edelman die met de valkenjacht bezig is. De afbeelding maakt deel uit van Der scaepherders kalengier, een almanak uit 1513 met tips en aanwijzingen op het gebied van gezondheid. Je kunt je afvragen of een dergelijke afbeelding een realistisch beeld geeft. Karine betoogt van niet en legt dat uit aan de hand van de traditie en het Middeleeuwse wereldbeeld.

Joost Jonkman – Een blom van surgien

Joost vertelt niet alleen over het platenboek, maar ook over ‘de ellende die erna kwam’: zijn bijdrage aan het boek leidde tot een heel nieuwe speurtocht.

De kernafbeelding komt uit een middenvijftiende-eeuws handschrift van de Cyrurgie van Jan Yperman. In het midden staat een schematische weergave van de hersenen. Eromheen staan tekeningen van de grote voorbeelden van Jan Yperman, autoriteiten uit de geschiedenis van de moderne medische wetenschap, onder wie Lancfranc.

De oudst overgebleven fragmenten van Yperman gaan over neurologie. Joost is gepensioneerd neuroloog en zeer geïnteresseerd in deze fragmenten. Een zoektocht in de UB van Amsterdam leidde hem naar een versie van Het boek van surgien van Lancfranc die tot nu toe nog nauwelijks beschreven is. Yperman maakt gebruik van Lancfranc, maar kopieert hem niet. De afbeeldingen in de tekst van Yperman zijn veel minder nauwkeurig dan in die van Lancfranc en wel zodanig dat de tekst wel bedoeld moet zijn geweest voor iemand die medische kennis had. Wellicht dat Yperman de tekst geschreven heeft voor een bevriende arts.

Hoe dan ook blijkt uit alles in de teksten van Lancfranc en Yperman dat zij eigenlijk heel modern zijn geweest in hun denken over medische onderwerpen.

Marcel van der Voort – Slangen die doden, slangen die genezen

De kernafbeelding van dit hoofdstuk komt uit een 16e-eeuwse gedrukte uitgave van de Hortus sanitatis (eerste druk 1485). Er staat een man op die aan een tafel staat en iets onduidelijks doet met een aantal slangen. Hij houdt er een vast en er kruipen er twee onder de tafel.

De man is bezig om theriak te maken. Onder andere Jacob van Maerlant schrijft in zijn Der naturen bloeme al over theriak, een medicijn tegen allerhande venijn dat wordt gemaakt van addervlees. Handig, want gif was overal. Slangen, spinnen en schorpioenen leken het allemaal op de mens gemunt te hebben. Niet alleen op het platteland moest men waakzaam zijn voor dergelijk gevaar, ook in de stad was vergiftigingsgevaar aanwezig, bijvoorbeeld in de vorm van de gifbeker. Logisch dat de mens van meet af aan een tegengif probeerde te vinden.

Marcel vertelde ook over de oorsprong van theriak: het stamt al uit de Oudheid. Eeuwenlang is het als een probaat middel tegen vergiftiging beschouwd. Slangenvangers of adderkwekers zorgden voor voldoende toevoer van het hoofdingrediënt. De man op de kernafbeelding zou een slangenvanger kunnen zijn of wellicht een apotheker.

Pia Wagenaar – Balsem voor ziel en lichaam: de heilzame werking van muziek

Pia’s kernafbeelding is een miniatuur uit ca. 1430 die Saul en David laat zien. David speelt muziek voor Saul terwijl een duivelsfiguur Saul lastigvalt. In de Bijbel wordt genoemd dat het spelen op de lier Saul goed deed. Deze invloed van muziek is ook al terug te vinden in de Grieks-Romeinse mythologie, denk hierbij aan het lierspel van Orpheus.

Muziek werd in de Middeleeuwen verband gebracht met lichaamssappen, deugden en krachten. De getalsverhoudingen in de muziek, zoals de terts, beheersen ook de micro- en de macrokosmos en daarom hebben verschillende toonaarden verschillende (helende) gevolgen. Wie naar de juiste muziek luistert, kan de verhoudingen in de ziel weer in balans brengen.

Andrea van Leerdam – Stand van zaken platenboek

Na deze impressie van een aantal hoofdstukken uit het platenboek, laat Andrea zien hoe de hoofdstukopbouw van het platenboek er op dit moment uitziet. De inhoudsopgave komt de bezoekers van de studiedag van vorig jaar bekend voor, in grote lijnen is deze hetzelfde gebleven. Gestart wordt met een inleiding in het wereldbeeld van de Middeleeuwer, waarna gezondheid, identiteit en interactie en tot slot natuur, magie en het hiernamaals aan bod komen.

De hoofdstukken zijn opgebouwd volgens een strak format. Allereerst wordt de kernafbeelding beschreven. Dit moet bij de lezer verwondering en vragen oproepen. Aan het eind van het hoofdstuk moeten deze vragen beantwoord zijn en moet het de lezer duidelijk zijn  welke betekenis de beeldelementen hebben.

Na de pauze was er aandacht voor nieuwe en lopende projecten.

Jesse de Does van het INL over tranScriptorium

Het INL (Instituut voor Nederlandse Lexicologie) werkt mee aan een Europees project over handschriftherkenning: tranScriptorium. Het systeem waar nu mee gewerkt wordt, zorgt eerst voor normalisatie van de ingescande tekst. Wat krom is, bijvoorbeeld door een opbollende bladzijde, wordt in deze fase recht.  Vervolgens brengt het systeem de kenmerken van de tekst in beeld. Dit gebeurt met behulp van diverse van tevoren opgestelde (taal)modellen en resulteert in een Word-graph die alle mogelijkheden in beeld brengt die de modellen in de tekst zien.

Voor het Nederlandse gedeelte van het project is het de bedoeling te werken met een duidelijk afgebakende tekstcollectie. Er is gekozen voor artesteksten. Onderzocht gaat worden wat er gebeurt als lexica en taalmodellen worden ingebracht tijdens het proces van de handschriftherkenning. Het systeem heeft uiteraard correcte transcripten en in dit geval ook diplomatische edities nodig om een taalmodel te creëren en om karakters en woorden te herkennen. Hiervoor wordt nu de WEMAL-editie van Hattem C5 gebruikt. Katrien Depuydt benadrukt dat het INL graag gebruikmaakt van de goede transcripties die binnen WEMAL gemaakt worden.

Binnen WEMAL bestaat al langer het idee om woordenlijsten aan te leggen met woorden die wel in de handschriften voorkomen, maar niet in de bestaande woordenboeken. Enkele transcribenten hebben al van dit soort lijsten gemaakt. Een dergelijk idee past niet binnen het huidige project van handschriftherkenning, maar er is binnen het INL wel een plan om online toegankelijke woordenboeken te voorzien van een interactief platform waarin bijvoorbeeld WEMAL-leden deze informatie kwijt kunnen. WEMAL-lid Edith Claessens is hiervoor de contactpersoon.

Jaap Staal over Filologische verkenningen

Sinds dit jaar houdt Jaap Staal een weblog bij over filologische verkenningen. Eenieder die zich bezighoudt met filologie en daarover iets kwijt wil, kan terecht op deze website. De website heet met opzet verkenningen en niet studies. Er is met nadruk ruimte voor werk-in-wording en commentaar daarop. Kijk voor meer informatie en de eerste bijdragen op www.filologische-verkenningen.net.

Orlanda Lie over activiteiten binnen WEMAL

Na een uitvoerige verkenningsronde  is de weg vrij voor een nieuw WEMAL-project:  de Online Database Middelnederlandse Artesliteratuur. Frederiekje de Jongh zal dit nieuwe WEMAL-project coördineren en heeft een aantal voorstellen gedaan voor de opzet van een dergelijke database. Er zal in overleg  met Karina van Dalen-Oskam, Bart Besamusca en Andre Bouwman van het Clarin-project worden gekeken hoe de artesdatabase ingestoken kan worden bij bestaande databaseprojecten.

Een van de doelstellingen van WEMAL is het ontsluiten van Middelnederlandse artesteksten. Na de digitale editio princeps van de oudste Nederlandstalige encyclopedie Van den proprieteyten der dinghen (Jacob Bellaert, Haarlem 1485) wordt nu gewerkt aan de digitale editie van een vijftiende-eeuws verzamelhandschrift met artesteksten: Hattem C5. Dit handschrift ligt sinds enkele maanden in permanente bruikleen bij de UB van Utrecht, net als Hattem C3 en Hattem C4 waarover WEMAL-lid Roel van den Assem op dit moment zijn masterscriptie schrijft. De conservator van de UB Utrecht, Bart Jaski, is bereid om WEMAL een kijkje in de keuken te bieden en dus zal de volgende studiedag gecombineerd worden met een bezoek aan de UB Utrecht. De start van een nieuwe traditie?

Omdat coördinator Noor Versélewel de Witt Hamer ziek is, praat Orlanda ons bij over Hattem C5, het project dat inmiddels zo goed als afgerond is. Op dit moment liggen de tachtig pagina’s Franse tekst ter controle bij drie experts op het gebied van Oud- en Middelfrans van de KU Leuven. Hierna zal Noor nog een laatste correctieronde doen zodat Hattem C5 aan het eind van het jaar digitaal beschikbaar zal zijn via de WEMAL-website, het Huygens Instituut en het  INL.

Als laatste een korte update vanuit het WEMAL-bestuur en de W-mailredactie. In 2014 zal Orlanda met pensioen gaan. Zij is dan ook bezig met het afronden en overdragen van haar huidige werkzaamheden aan een nieuwe generatie. Zij blijft voorlopig nog bestuurslid. Daarnaast is binnen het bestuur ruimte voor een nieuwe penningmeester. Lenny Veltman heeft na jaren trouwe dienst aangekondigd te stoppen. Binnen het bestuur wordt op dit moment nagedacht of WEMAL een stichting of vereniging zou moeten worden.

En tot slot zoekt de redactie van W-mail versterking. Frederiekje de Jongh heeft al afscheid genomen en ook Noor Versélewel de Witt Hamer en Sacha Voogd hebben aangegeven op termijn te zullen stoppen. W-mail zal nog eenmaal in papieren vorm verschijnen en daarna digitaal verdergaan. Van belang is dat een nieuw redactielid goede connecties heeft binnen de academische wereld en daardoor op de hoogte is van scripties, promoties en dergelijke op artesgebied.