Bij een nieuwe WEMAL website voor al het WEMAL nieuws, komen ook nieuwe rubrieken kijken. Artes zonder grenzen is één van die nieuwe rubrieken. Middels deze rubriek willen we inzicht bieden in het artesonderzoek over de Nederlandse (en Belgische) grens.
In deze eerste editie vertelt Christian Etheridge meer over zijn onderzoek naar een IJslands handschrift, GKS 1812 4to. Dit handschrift bestaat uit vier delen en bevat verschillende wetenschappelijke teksten, afkomstig uit eind 12e eeuw tot de 14e eeuw. Het handschrift was tot voor kort nauwelijks bestudeerd en de datering voor twee van de delen was weinig specifiek. Christian Etheridge heeft als onderdeel van zijn masterscriptie onderzoek gedaan naar dit bijzondere handschrift.
Karolingische wetenschap in een 14e eeuws IJslands handschrift?
Mijn onderzoek draait om een IJslands handschrift, GKS 1812 4to. Oorspronkelijk behoorde het tot de collectie van de Koninklijke Bibliotheek in Kopenhagen, maar het is inmiddels onderdeel van de collectie van de Árni Magnússon Istituut voor IJslandstudies in Reykjavik. Het handschrift bestaat uit vier delen, het oudste deel is GKS 1812 IV 4to, en is gedateerd op het eind van de 12e eeuw. GKS 1812 III 4to stamt uit circa 1250 en de overige twee delen GKS 1812 II 4to en GKS 1812 I 4to, zijn gedateerd op de 14e eeuw. Het handschrift bevat wetenschappelijke teksten, maar is tot op heden weinig bestudeerd. De datering van GKS 1812 I 4to was op basis van paleografische kenmerken vastgesteld op de 14e eeuw, maar bevat teksten die veel ouder zijn dan dat. Dit in tegenstelling tot GKS 1812 II 4to, waar de wetenschappelijke teksten, zoals het traktaat van Algorismus over verklaringen van het gebruik van de Sine Quadrant (een instrument om de positie van hemellichamen te berekenen), wel meer uit diezelfde periode stammen.
Het wetenschappelijke materiaal in GKS 1812 I 4to behoort tot een type dat zijn oorsprong heeft in de Karolingische periode. Deze teksten werden veelvuldig gekopieerd en bewerkt tot in het midden van de 12e eeuw. Op dat moment worden de vertalingen van Arabische wetenschappelijke teksten meer verspreid over Europa en worden deze oudere teksten overbodig. Een van de teksten in GKS 1812 I 4to is een Arateatraktaat. Deze traktaten bevatten illustraties van sterrenbeelden met bijbehorende uitleg over hoe de sterren uit deze sterrenbeelden te lokaliseren. Deze uitleg functioneert als een visueel hulpmiddel voor de hemel en wordt vergezeld door vertalingen van het astrologische gedicht Phaenomena van de Griekse dichter Aratus van Soli (c. 315-240 voor Christus).
Hoewel GKS 1812 I 4to een rijk geïllustreerd en mooi handschrift is, bieden deze Aratea traktaten niet de gedetailleerde informatie die bijvoorbeeld de Arabische varianten van Ptolemaeus’ Almagest te bieden hadden. Het is opmerkelijk dat GKS 1812 I 4to en GKS 1812 II 4to, hoewel allebei samengesteld in de 14e eeuw, zo verschillen in het wetenschappelijke materiaal dat ze bevatten. De een met voor die tijd moderne wetenschap, de ander in feite met achterhaalde informatie. Dit leidde tot het idee dat GKS 1812 I mogelijk een kopie is van een eerder werk. De datering van de oorspronkelijke tekst zou kunnen worden achterhaald door deze te vergelijken met soortgelijke werken.
Een van de makkelijkste manieren om dit te doen, is door het vergelijken van de illustraties uit het Aratea traktaat. Een goed voorbeeld hiervan is de afbeelding van het sterrenbeeld schorpioen. Deze is opmerkelijk en laat een soort verdraaid mens figuur zien met grijpende handen. Dit in tegenstelling tot hoe de schorpioen normaliter wordt afgebeeld. Soortgelijke schorpioen afbeeldingen zijn te vinden in twee vroeg 12e eeuwse handschriften (Oxford Bodleian Library’s MS Bodley 614 en MS Digby 83). Er is sprake van een sterke connectie tussen Engelse en IJslandse geestelijkheid in de 12e eeuw, waardoor het aannemelijk is dat de oorspronkelijke teksten in GKS 1812 I 4to stammen uit de vroege 12e eeuw. Mogelijk zijn ze afkomstig uit Engeland of daar gekopieerd. Andere visuele en tekstuele voorbeelden die dit argument onderschrijven zijn terug te vinden in mijn volledige onderzoekspaper, te vinden onderaan dit artikel.
De reden voor dit onderzoek
Tijdens mijn studie Oud-Noorse mythologie raakte ik geïntrigeerd door vermeldingen van de hemellichamen in tal van handschriften. Na het bijwonen van een inspirerende lezing van Professor Gísli Sigurðsson van de Universiteit van IJsland, besloot ik mijn Masterscriptie te wijden aan astronomie in middeleeuws IJsland. Sindsdien is mijn interesse voor de middeleeuwse wetenschap alleen maar gegroeid en bestudeer ik naast middeleeuws IJsland, nu ook andere landen.
Het belang van de bestudering van Artesteksten
De middeleeuwse wetenschap is een van de minst bekende en begrepen onderdelen van de middeleeuwse geschiedenis. Toch is het juist ook een van de meest interessante, omdat het inzicht biedt in het middeleeuwse gedachtegoed. Mensen zijn zich er vaak niet van bewust hoe ontwikkeld de middeleeuwse wetenschap al was en vele populaire geschiedenisboeken melden dit niet. Recentelijk deed een Deens televisieprogramma, ‘Detektor’, onderzoek hiernaar en ondervond dat 14 van de 15 uitgeverijen van geschiedenisboeken over de middeleeuwen voor Deense middelbare scholen nog altijd de ‘de aarde is plat’-theorie gebruikten. Wanneer, na uitleg van experts, gevraagd werd waarom de uitgeverijen hier aan blijven houden, was het antwoord dat de theorie een goed verhaal was voor in deze boeken. Het is belangrijk dat diegene die zich bezighouden met de bestudering van middeleeuwse wetenschap deze onwetendheid kunnen veranderen en kunnen laten zien dat onze middeleeuwse voorvaderen net zo slim waren als wij nu, mede door artikelen en edities te blijven publiceren van het prachtige middeleeuwse wetenschappelijke materiaal dat we hebben.
Lees meer over het onderzoek van Christian Etheridge. Het onderzoek heeft tevens geresulteerd in een catalogus over dit handschrift,